Over Marie

Video afspelen

Ik ben te vroeg geboren. Acht jaar te vroeg, om precies te zijn. Laat me dat even uitleggen.

In 1982 – ik was toen 18 – ging ik psychopedagogiek studeren in Leuven. Psychologie boeide mij, kinderen ook; het was dus een evidente keuze. Maar zodra ik mijn studies had afgerond, borg ik mijn diploma op en ging iets totaal anders doen. (Ik startte een modelabel op. Voor kinderen, dat dan weer wel.)

De reden dat ik toen niet als psychopedagoge aan de slag ging, was omdat ik diep ontgoocheld was in de psychologische wetenschap. Meer nog: ik vond ze de naam wetenschap nauwelijks waardig. In de jaren ’80 stond ze immers zelf nog in haar kinderschoenen, en veel praktische aanbevelingen en therapieën berustten op ‘buikgevoel’ en trial and error. Dit druiste te sterk in tegen mijn honger naar duidelijkheid en onderbouwing.

Alles veranderde in 1990, toen een Japans onderzoeker een artikel publiceerde over fMRI, een techniek die toelaat om op wetenschappelijke wijze gedrag en hersenactiviteit te koppelen. Vanaf toen kwam de neurowetenschap in een ongeziene stroomversnelling terecht. Met in haar kielzog de psychologie, vandaag een van de snelst evoluerende en boeiendste kennisdomeinen.

De laatste jaren heb ik mijn oude liefde dan ook weer volop omarmd. Als coach merk ik keer op keer hoe ik mensen dankzij die nieuwe evidence based inzichten wél echt kan helpen. En zo ontstond ook het idee voor een boek. Want als al deze kennis ergens het verschil kan maken, is het wel in de opvoeding van onze kinderen. Zelf mama van vier, merk ik dat ik houvast zoek in solide kennis om de nieuwe generatie mee vorm te geven, nu de uitdagingen als opvoeder steeds groter worden. Ik vind het dan ook een hele opluchting dat de psychologie en pedagogiek zelf intussen hun wilde haren kwijt zijn.